Interview 0011 212 Fahrenheit
Waarom heb jullie voor dit vak gekozen?
‘Wij hebben allebei grafische vormgeving gedaan aan Academie Minerva. Als je van tekenen houdt en daar iets mee wilt gaan doen, dan koos je in die tijd voor grafische vormgeving. Je hebt dan het idee dat je later je geld gaat verdienen met het ontwerpen van logo’s en huisstijlen. Toen wij begonnen was het internet nog niet lang in opkomst. Wij hebben die hele omslag meegekregen en hebben gezien dat je als ontwerper ook steeds meer een totaalpakket moest aanbieden. Als je door een bedrijf werd gevraagd om een huisstijl te ontwerpen, moest je ook een website aanbieden en dat breidde zich eigenlijk steeds verder uit. Als je dat niet kon bieden, kwam je vaak al niet meer binnen.
We zijn begonnen met Studio Pak en hebben tien jaar lang uitsluitend grafisch werk gemaakt, zowel voor print als digitaal. In het begin namen we alles aan. We hadden eigenlijk geen idee waar we mee bezig waren. Wel waren we al vanaf het begin van de ideeën. Toen onze compagnon na tien jaar wat anders ging doen, zijn we vier jaar geleden met z’n tweeën doorgegaan. We hebben toen heel duidelijk onze ambities naar elkaar uitgesproken. We kwamen bij opdrachtgevers binnen met onze ideeën. Wat zou nou echt de allerbeste oplossing zijn voor zijn vraagstuk? Dat is vaak iets heel anders dan de opdrachtgever in eerste instantie vraagt. Hierdoor zijn we ook steeds breder gaan werken. Wij zijn de jongens van de ideeën en we hebben een heel breed netwerk dat we kunnen inzetten om die ideeën samen met ons te realiseren. Dit wordt door opdrachtgevers heel goed opgepakt en het bevalt ons heel erg goed. Het gaat erom dat je op een goede en originele manier communiceert. Het moet iets nieuws zijn.
We hebben op een dag besloten dat we geen middenmoot meer willen zijn. We merkten dat we niet meer tevreden waren over wat we deden en dat we te lang moesten nadenken over het antwoord op de vraag wat we ons leukste project vonden. Vanaf dat moment hebben we meer lef gekregen en zijn we zelf gaan bepalen wat we doen. De opdrachtgevers zijn hetzelfde gebleven, maar de manier waarop wij met hun vraag omgaan is veranderd.’
Hoe gaan jullie te werk?
‘We vragen een opdrachtgever echt de hemd van het lijf. Het is voor ons heel belangrijk dat we de vraag helder hebben. Vaak ontstaan er zodra de opdrachtgever weg is al ideeën. Dan komen we terug en gaan we brainstormen met z’n tweeën. Dat kan er heel heftig aan toe gaan. We kunnen echt heel lomp zijn tegen elkaar. Een van ons speelt vaak advocaat van de duivel om de ander nog verder uit te dagen. Met elkaar brainstormen gaat onconventioneel en zonder elkaar te sparen. Maar op de een of andere manier komt er dan altijd iets waarover we allebei heel enthousiast zijn. Daar gaan we dan mee werken. Vaak maken we een aantal ruwe schetsen, soms doen we ook al iets op de computer. We werken het project dan stap-voor-stap uit om aan de opdrachtgever te kunnen presenteren. Steeds vaker is ook de opdrachtgever dan meteen enthousiast. We worden steeds vaker gevraagd om wat we doen en wie we zijn. We zijn superenthousiast tijdens onze presentatie en we zijn eigenwijs – op een positieve manier. Zo weten we een opdrachtgever mee te nemen in het idee.
Soms hebben we voor een project ook andere mensen nodig die dingen kunnen waar wij zelf niet zo goed in zijn of waar we helemaal niks van af weten. Die halen we dan uit ons netwerk. Wij zetten dan scherp neer hoe we het project voor ons zien en hoe we het willen. We willen zelf altijd bijdragen aan het ontwerp en hebben een beeld van hoe iets eruit moet zien. Anderen helpen ons dan om dat te realiseren.
Ons werk moet communiceren. Het moet iets zeggen en bijdragen – al blijft het natuurlijk altijd onze waarheid. We zijn steeds meer verhalenvertellers geworden, waarin de grenzen tussen disciplines zijn verdwenen. Als het verhaal goed is, doet het medium er niet meer toe en vertel je het verhaal in het medium dat er het meest geschikt voor is. Dat kan film, fotografie, een installatie of een grafische uiting zijn. De hokjes zijn verdwenen.’
Wat typeert jullie werk?
‘Ons werk is vooral heel divers. Het is niet in een hokje te plaatsen en het is vooral heel verhalend. We proberen altijd iets tijdloos in onze ontwerpen aan te brengen. Het moet een soort houdbaarheid hebben, langere tijd mee kunnen gaan. Wij zijn niet zo van het hele hippe design. Dat is uiteindelijk ook meer geschikt voor de meer vluchtige media. Onze producten moeten vaak langere tijd mee en mogen na een paar jaar nog niet gedateerd zijn.
Onze ontwerpen zijn functioneel; er zit een idee, een concept achter. Je voert het in alle communicatie-uitingen door en dus moet je er ook over nadenken ook over de houdbaarheid van je werk nadenken.’
Wat voor opdrachten doen jullie graag?
‘We vinden in principe alle opdrachten leuk. Maar dat komt ook omdat steeds meer opdrachtgevers ons vragen om wie we zijn en weten wat we kunnen. Paul en ik hebben samen wel afspraken gemaakt als het gaat om wat we wel en niet doen. Zo willen we werk wel presenteren, maar doen we niet meer mee aan pitches (tenzij betaald). We zeggen steeds minder vaak nee omdat men steeds beter snapt wat we doen. We krijgen qua concept en idee meestal heel veel vrijheid. We werken voor grote en kleine organisaties. maken alles van huisstijlen en websites tot commercials, installaties en strategieën.
De meest gekke opdracht was eigenlijk wel die van de Muziekschool Zuid-Groningen. We werden gevraagd om een nieuwe website te maken, om meer jongeren te benaderen voor het aanbod van de muziekschool. We gaven toe dat een website weliswaar noodzakelijk was, maar dat dat alleen geen nieuwe leerlingen zou opleveren. We zijn ons toen gaan verdiepen in de vraag hoe we jongeren in aanraking zouden kunnen brengen met muziek maken. Veel jongeren gaan immers naar YouTube om tutorials te bekijken en proberen zichzelf zo een instrument aan te leren. Jongeren willen in bandjes spelen, dus gingen we over dat idee verder denken. We bedachten toen een machine waar muziek in zat en waar je je instrument kon inpluggen, zodat je met de muziek mee kon spelen. Deze machine zou langs de scholen moeten reizen en er zou een muziekles aan gekoppeld moeten worden. We maakten een eerste schets van een machine en lieten deze aan de muziekschool in. Ze vonden het te gek. We hebben er via social media andere mensen bijgehaald voor de techniek (want we hadden geen idee hoe we die maffe tekening moesten omzetten naar iets dat werkte en kon rondreizen!) en hebben toen de MusicMonster gemaakt. Andere muziekscholen haakten aan en onze machine reist nu langs de scholen. De muziekschool heeft zijn nek uitgestoken met ons idee en het heeft zijn vruchten afgeworpen. Er reist iemand met de machine rond die muzieklessen geeft en er hebben zich nieuwe leerlingen uit de doelgroep aangemeld. En daar worden wij nou blij van: je bedenkt iets en dan lukt het niet alleen om dat te realiseren, maar werpt het ook echt zijn vruchten af.’
Wat zouden jullie heel graag nog eens willen maken?
‘Het klinkt misschien wat onbescheiden, maar we hebben nationale en internationale ambities. We hebben dat drie jaar geleden naar elkaar toe uitgesproken en proberen die ambities waar te maken door ons werk in te zenden voor awards. We willen kunnen doen wat we willen doen. We willen worden gevraagd om wat we doen en wie we zijn en daarom die we mee met die awards. In 2015 werden we voor het eerst genomineerd voor de European Design Awards en dit jaar wonnen we een bronzen en twee zilveren awards en kregen we ook nog een eervolle vermelding. Daar waren we ongelooflijk trots op. Als klap op de vuurpijl wonnen we ook nog de Red Dot Award, die we binnenkort in Berlijn mogen ophalen.
We knijpen onszelf echt wel eens in onze armen. We hebben onszelf in drie jaar tijd op de kaart gezet en we merken dat ons werk door een breder publiek wordt opgemerkt. Uiteindelijk zijn Europa en de wereld ook niet meer zo ver weg. Als je doet wat je wilt en je gooit je ziel en zaligheid ergens in, dan werpt dit z’n vruchten af. We preken wel eens aan studenten om wat meer een FUCK IT-houding te hebben en het te doen zoals je het zelf wilt.’