Interview 0010 William van Giessen
Waarom heb je voor dit vak gekozen?
‘Ik ben na de HAVO begonnen op het Grafisch Lyceum en ging dtp en vormgeving doen omdat me dat wel leuk leek. Maar toen ik daarmee klaar was, voelde ik dat er nog wel wat meer moest zijn, dat dit het nog niet was voor mij. Gelukkig zat ik in een klas waar nog een paar mensen zaten die wel verder wilden en een aantal van hen ging naar ArtEZ in Arnhem. Daar ben ik toen ook naartoe gegaan en heb er Graphic Design gestudeerd. Maar ik was daarnaast ook eigenlijk altijd bezig met het organiseren van dingen. Dat konden feestjes zijn, maar ook informatieavonden voor studenten in hun laatste jaar waarin ze werden geïnformeerd over het leven na de academie – iets waarvoor op dat moment nog nauwelijks aandacht was.
Na mijn studie ben ik samen met Joost van der Steen meteen met O.K. Parking begonnen. Vanaf het begin ontwikkelden we eigen initiatieven, organiseerden eigen projecten en experimenteerden met van alles en nog wat, zoals interactieve en installatieachtige dingen. We hebben eigenlijk nooit aan marketing gedaan. Door de dingen die we deden, kwamen opdrachten en leuke projecten onze kant op. En eigenlijk is dat nog steeds zo. Ik doe vooral de dingen die ik leuk vind. Met grafisch ontwerpen verdien ik mijn geld en heel veel andere projecten doe ik vooral omdat ik er heel blij van word. Vaak komt daar dan weer een opdracht uit voort of een ander leuk project.
Dat organiseren, zoals ik dat op ArtEZ deed, is eigenlijk altijd gebleven. Het verschoof van de academie naar de stad, waar ik betrokken raakte bij festivals en events. Ik heb een groot netwerk en kan dus putten uit een groot bestand van mensen die me bij die organisatie kunnen helpen. Zo is ook Facing Pages [tweejaarlijks festival voor magazines dat van 2010 tot 2014 plaatsvond in Arnhem en op dit moment on hold is gezet – red.] ontstaan. Er was een festival voor magazines in Luxemburg dat op een gegeven moment door geldgebrek ophield te bestaan. Wij vonden dat er wel zoiets moest zijn, vooral ook omdat we zelf veel bezig waren met tijdschriften, en hebben toen het initiatief genomen een festival te organiseren. Het was een behoorlijk succes, waar behoorlijk veel mensen op af kwamen.’
Hoe ga je te werk?
‘Het begint altijd met een goed verhaal of een goed idee. Ik moet geïnspireerd raken door een opdracht of een project. Maar uiteindelijk begint het altijd met een vraag – ongeacht of het nou een ontwerpopdracht of het organiseren van een event is, er ligt altijd een vraag. Zodra die vraag helder voor mij is en ik me de opdracht eigen heb gemaakt, dan ga ik meestal andere dingen doen. Ik speel gitaar, wandel met de hond of doe gewoon helemaal niks. Het is alsof die opdracht dan even moet rusten. Uiteindelijk ontstaat er dan een idee. Ik zie een beeld van hoe het zou moeten werken of hoe het er uit zou moeten zien. Dat kan soms wel een week of twee duren. Maar meestal is het dan ook goed en blijft het ook bij dat idee. Als het idee er dan eenmaal is, kan het ook heel snel gaan. Ik maak dan een aantal krabbels op papier, grove schetsen die ik dan uitwerk op de computer. Ik kom uiteindelijk altijd maar met één ontwerp bij een opdrachtgever terug, niet met een hele stapel. Dat is dan wat het is en daar kunnen we het dan over hebben.
Ik ben altijd op zoek naar hoe ik iets van mij kan maken, zodat het net wat anders is dan anders. Ik maak geen eenheidsworst en wil niet iets maken dat lijkt op iets van iemand anders. Als een opdrachtgever dat wil, dan geef ik de opdracht terug. Ik wil een opdracht krijgen omdat iemand mijn werk wil en niet omdat iemand me in de Gouden Gids heeft gevonden. Ik hoop een opdracht te krijgen omdat iemand mijn werk heeft gezien en houd van mijn eigenzinnigheid.’
Wat typeert jouw werk?
‘Eigenzinnigheid dus. En dat in combinatie met een sterk inhoudelijk inzicht. Ik heb altijd snel door waar het echt om gaat en ik krijg daar ook het vertrouwen van de opdrachtgevers in. Pitchen doe ik bijvoorbeeld niet. Ik wil gevraagd worden omdat iemand mijn werk ziet zitten.
Ik noem mezelf creative director omdat ik veel meer ben dan ontwerper. Ik bemoei me met redactie en concept. Ik heb een vogelperspectief en kan een project in zijn geheel overzien. Daar ben ik goed in en dat vind ik leuk om te doen. En het komt eigenlijk in bijna alle projecten die ik toe terug.
Bij ontwerpen herkennen mensen mijn stijl altijd wel. Maar waaraan ze het dan herkennen, weet ik niet zo goed. Ik vind niet dat ik een typische stijl heb. Mijn werk is wel vaak heel anders dan anders, omdat ik andere materialen gebruik of een origineel idee uitwerk. Het idee maakt het ontwerp. Mijn werk is misschien wel te typeren als kameleonachtig – het kan alle kanten op gaan.’
Wat voor opdrachten doe je graag?
‘Ik werk nu betaald voor tijdschriften, maak campagnemateriaal en doe ook wel wat websites, al is dat eigenlijk niet helemaal mijn ding en zou ik dat niet meer moeten doen. Ik doe uiteindelijk vooral print. En het moet op de een of andere manier maatschappelijk verantwoord zijn. Maar ik doe toch het liefste projecten. Zo ben ik bijvoorbeeld benaderd door een projectontwikkelaar die Museum de Paviljoens had overgenomen en in Amersfoort had geplaatst. Een van de paviljoens was nog niet ingevuld en mij werd gevraagd daar iets voor te verzinnen. Je gaat dan onderzoek doen en associëren. Er kwamen allerlei ideeën voorbij – het ene nog gekker dan het andere – maar de meeste waren niet realiseerbaar. Toen ik met de projectontwikkelaar rondreed en hij me allerlei plekken liet zien en daarover vertelde, werd mijn gevoel dat het ‘boefjes’ zijn toch wel erg bevestigd. Ik heb dat ook tegen hem gezegd en hij gaf ook toe dat dat zo was. En daar houd ik van, dat je altijd dicht bij de waarheid blijft en eerlijk bent. Vervolgens heb ik voor het paviljoen een enorme smiley met een ooglapje bedacht die in een formaat van 2 x 2 m in die ruimte hing. Het was een geweldig gezicht en de projectontwikkelaar vond het fantastisch. Dat soort projecten vind ik nou leuk.’
Wat zou je heel graag nog eens willen maken?
‘Ik heb niet zoiets als een bucketlist, als ik iets wil doen, dan doe ik het. Ik heb dus geen wensenlijstje, omdat er ook niets is dat me tegenhoudt. Ik heb geen haast. Ik heb ook al heel veel dingen gedaan, op allerlei vlakken. Daar zit alles in wat ik graag zou willen doen. En bij alles wat ik doe, komt de vraag op: wat wil ik maken?
De dingen die ik heel graag wil doen, liggen veel meer op persoonlijk vlak. Ik maak muziek en daar zou ik graag veel beter in worden en verder in komen. Ik vond het bijvoorbeeld bijzonder om te ervaren dat ik tijdens het maken van opnames helemaal geen controle had over het proces. En terwijl ik het anders moeilijk vind om los te laten, juist omdat ik iemand ben die vaak de controle heeft over een project, vond ik het nu heel prettig en relaxed. Ik zou ook wel meer willen niksen. Tijd hebben voor mezelf en heerlijk niks doen. Er komt daarna altijd weer wat op mijn pad.’