Interview 0003 Diederik Corvers

www.ogentroost.eu

Waarom heb je voor dit vak gekozen?
‘Ik wilde altijd al ontwerper worden. Als kind droomde ik ervan om auto-ontwerper te worden, maar toen ik uiteindelijk naar de academie ging, was ik van plan om productontwerper te worden. Ik bleek echter niet zoveel talent te hebben voor ruimtelijk ontwerpen en werd bovendien al heel snel verliefd op grafische vormgeving en letters. Ik had twee docenten die me enorm inspireerden. Har Scheffer bracht me de liefde voor compositie bij. Nog steeds zijn verhoudingen voor mij enorm belangrijk. De andere docent was Nel Punt die me door haar persoonlijkheid voor de grafische vormgeving wist te interesseren. Zij keurde ook wel werk goed waarin ik me eigenlijk niet helemaal aan de opdracht had gehouden.
Van informatievormgever ontwikkelde ik me tot grafisch vormgever en vervolgens tot typografisch vormgever. Ik durf mezelf geen letterontwerper te noemen. Ik heb er immers geen formele opleiding voor gehad; ben autodidact, maar vind het ontwerpen van letters het mooiste wat er is. Het is liefde in zijn zuiverste vorm, liefde voor schoonheid.’

Hoe ga je te werk?
‘Ik wil het liefst persoonlijk contact hebben met mijn opdrachtgever en dan heel goed luisteren. De dialoog is belangrijk. Ik probeer de vraag die hij of zij heeft te vertalen en iets te maken dat beter is dan hij in gedachten had. Voor ik op de computer aan de slag ga, maak ik altijd eerst een aantal schetsen op papier. Een deel van de ontwikkeling van het project vindt daar al plaats, dan pas stap ik over op digitale middelen.
Letters ontwerp ik niet in opdracht. Alle letters die ik maak zijn ergens op gebaseerd; niets is immers autonoom. Zo heb ik letters gebaseerd op de danseressen van Rosas en op de architect Sybold van Ravesteyn. Ik kijk naar hun werk en dan maak ik in mijn hoofd een vertaalslag. Dat gebeurt niet pas op het papier. Ik teken niet letterlijk de bewegingen van de danseressen om die vervolgens te abstraheren. Het is een interpretatie. Dat proces heeft in mijn hoofd al plaatsgevonden. Als je weet waarop ze zijn gebaseerd, zie je het ook.’

Wat typeert jouw werk?
‘Proporties. Mijn mantra, die ik heb ontleend aan Eric Gill, is “Goodness Truth Beauty”. Wat ik probeer te maken is juist; juiste projecten voor juiste opdrachtgevers met juiste resultaten. Als vormgever maak je geen autonoom werk. Ik ben niet de enige die bepaalt of iets juist is; er kijkt altijd een opdrachtgever mee.
Als ik letters ontwerp ben ik heel streng voor mezelf. Daarom heb ik er ook nog een aantal liggen die voor 97 procent af zijn, maar waar altijd nog iets aan te verbeteren valt. Maar dan komen ze nooit af.’

Wat voor opdrachten doe je graag?
‘Ik werk op dit moment veel in de culturele hoek, zoals in de muziek. Dat is nog maar recent, maar niet voor het eerst. Ik heb vaker voor podia en culturele instellingen gewerkt, maar ook bijvoorbeeld het woordmerk voor Nieuwsuur gemaakt.
Ik baseer mijn werk graag op klassieke gegevens, maar geef er dan een hedendaagse twist aan. Dat is ook wat mijn opdrachtgevers leuk vinden.
Verder geef ik ook les aan SintLucas in Boxtel en ben ik uitgever.’

Wat zou je heel graag nog eens willen maken?
‘Een postzegel. Dat blijft voor een vormgever tot bijzonder. Het heeft een zekere prestige die nog stamt uit de tijd dat de PTT zijn dienst esthetica had. Het is een heel democratisch product, je maakt het voor iedereen. En ik houd van de kleinheid ervan. Alle schetsen die ik maak, hebben postzegelformaat. Het is voor mij dus heel vertrouwd. En die kleinheid brengt scherpte met zich mee.
Maar wat ik het allerliefst nog eens zou willen doen is de (merk) typografie voor op een auto verzorgen!’

Categorie: Interviews