Interview 0002 Melle Hammer

www.mellehammer.nl

Waarom heb je voor dit vak gekozen?
‘Ik heb niet voor het grafisch ontwerpen gekozen, het grafisch ontwerpen heeft mij gekozen. Ik ben al vanaf mijn achttiende grafisch ontwerper. Mijn ouder wilden niet dat ik beeldend kunstenaar zou worden en dus ben ik naar de grafische MTS gegaan. Maar ik wilde zo snel mogelijk naar de Rietveld. Na de MTS ben ik als art director gaan werken voor een klein bureau en ging ’s avonds naar de Rietveld. Ik zie mezelf als grafisch ontwerper, maar ook als industrieel ontwerper en ontwerper van verpakkingen en theaterdecors, maar ook als beeldend kunstenaar.’

Hoe ga je te werk?
‘Ik wil vooral de vraag van de klant begrijpen. Soms lukt dat al in één gesprek, maar soms zijn daar meerdere gesprekken voor nodig. Het hangt er ook vanaf of de klant je vrijheid geeft of al helemaal in zijn hoofd heeft hoe het zou moeten. In het laatste geval is het vooral belangrijk om te weten wat de opdrachtgever precies wil bereiken en dan tot het product te komen dat hem daarbij het beste helpt. Misschien vraagt hij om het ontwerp van een brochure en stel ik uiteindelijk een radio-advertentie voor omdat hij daarmee zijn doel veel sneller en efficiënter kan bereiken. De opdrachtgever kan in feite alleen bedenken wat al bekend is, wat hij al weet en eerder heeft gezien. Ik probeer erachter te komen wat de feitelijke vraag is.
Verder is het in zo’n gesprek ook belangrijk om de parameters af te stemmen. Hoeveel tijd is er, wat is het budget? Gaandeweg het gesprek begint zich dan al een ontwerp te vormen in mijn hoofd en vaak hoef ik dat thuis alleen nog maar uit te werken.’

Wat typeert jouw werk?
‘Ik hoop niks. Ik wil vooral iets maken dat past bij de opdracht en waarmee ik de opdrachtgever (en haar publiek) blij maak. Maar andere mensen zeggen wel eens dat iets een ‘typische Hammer’ is, het is niet aan mij om te zeggen waaraan ze dat kunnen zien.
Uiteraard probeer ik verder te gaan dan de opdracht, er mijn eigen invulling aan te geven. Je denkt tenslotte mee en je wilt helpen om het probleem op te lossen. Ik doe dat op mijn manier en dus zit er iets van mij in het eindproduct. Maar wat dat dan precies is?’

Wat voor opdrachten doe je graag?
‘Ik werk veel voor uitgeverijen, ontwerp omslagen en boeken. Vaak voor dichtbundels. Ad hoc werk ik ook voor theatergezelschappen en ben dan verantwoordelijk voor het toneelbeeld, dat wil zeggen decor, kostuums, licht. Het is alleen jammer dat er ook in die branche zwaar bezuinigd is en dat de budgetten voor deze opdrachten heel klein zijn geworden. Voor opera’s die verhuizen van een theater naar een muziekzaal kun je nauwelijks nog iets doen. Het orkest zit op het podium, er is geen techniek, geen lampen die ingeregeld kunnen worden en er blijft nog maar tweeënhalve meter speeldiepte over. Dat zie je ook terug in het budget dat ze daarvoor hebben. Dat is erg jammer.
Ik heb in de afgelopen jaren ook vaak zelf projecten geïnitieerd en producten ontworpen. Die probeer ik dan weer te verkopen, zodat ik mijn eigen inkomsten kan genereren en kan doen wat ik leuk vind en kan. Het begint met een idee en pas dan zoek ik er een markt bij. Soms gebeurt het dat ik wel iets maak, maar ik het niet op de markt breng. Ook goed, dan heb ik wel iets moois gemaakt.
Ik geef ook af en toe les en coach en begeleid kunstenaars. Elke woensdag is er bij mij thuis een inloopavond. Afgestudeerde kunst- en conservatoriumstudenten, maar ook universitaire studenten van de vakgroep ‘future earth’ komen dan bij mij met de ingrediënten voor een klein gerecht en hun eigen drank en terwijl we koken, eten en drinken worden portfolio’s besproken en coach ik ze. Ik houd me bezig met de dingen die de academie laat liggen. Als er iets is gebeurd in de wereld, zoals de aanslagen in Parijs, dan houdt dat de studenten bezig. We praten dan over de impact die het op ze heeft en of ze er wat mee moeten in hun ontwerppraktijk. En ook over wat ze er dan mee zouden kunnen of moeten. Dat zijn belangrijke vraagstukken die mensen bezighouden en waaraan je niet zomaar voorbij kunt gaan. Om elf uur eindigen deze avonden altijd met opruimen en het tevoorschijn halen van muziekinstrumenten. We spelen dan de ‘afwasblues’, een geïmproviseerd muziekstuk als afsluiting van de avond. Om twaalf uur moeten ze vertrokken zijn en het huis schoon hebben achtergelaten. Het werkt altijd en het zijn prachtige avonden.’

Wat zou je heel graag nog eens willen maken?
‘Tja, wat zou ik nou nog graag willen maken? Ik wilde altijd een postzegel en een billboard ontwerpen en dat is me gelukt. Ik zou nog wel graag eens geld ontwerpen. Of een krant restylen.
Uiteindelijk vind ik het vooral interessant om heel ingewikkelde vraagstukken op te lossen. Iets te maken waarvan iedereen zegt dat het niet kan. Ik heb voor de mode-industrie gewerkt en heb bijvoorbeeld voor de Levi’s Store een concept bedacht dat het voor de consument makkelijker maakt om precies de goede spijkerbroek voor zijn of haar kont te vinden. Dat betekende dat winkels op een andere manier moesten worden ingedeeld en kleding op een andere manier moest worden opgehangen. Dat is ook ontwerpen. Dat is zelfs de essentie van ontwerpen. Ik noem het altijd hark en piano: je moet de boel bij elkaar brengen, overzichtelijk en toegankelijk maken door er de juiste klank aan te geven. En dan maar hopen dat het lukt.’

Categorie: Interviews