Interview 0012 Mark van Wageningen van Novo Typo

www.novotypo.nl

Waarom heb je voor dit vak gekozen?
‘Na de middelbare school ben ik naar de Amsterdamse Grafische School gegaan. Daar heb ik een degelijke typografisch opleiding gekregen. Ik was ook gefascineerd door de strips van Joost Swarte en was onder de indruk van de posters die Anthon Beeke, Irma Boom en Wild Plakken maakte voor onder andere het Holland Festival. Dit heeft me doen besluiten om grafisch ontwerpen te gaan studeren aan de Rietveld Academie. Toen ik op de grafische school zat vond ik mijn passie – letters. Als letterontwerper hoef je geen getalenteerd tekenaar te zijn en ik was er direct door gefascineerd. Ik vind het geweldig dat het zo’n klein speelveld is en dat je binnen de restricties die dat met zich meebrengt moet werken. Dat je daarbinnen het wiel opnieuw moet uitvinden. Hoe smaller en kleiner dat veld, hoe beter en leuker. En dan toch afwijken van de traditie. Ik kan je fantasie veel meer prikkelen met letters dan met beeld. Ik werk dan ook liever niet met beeld. Maar letters kunnen natuurlijk ook beeldende elementen zijn. Dat maakt het weer interessant.
Ik was vanaf het begin gericht op letterontwerp. Toen ik in 1995 op de Rietveld zat, werden de eerste Mac’s geplaatst. Ineens kon je heel makkelijk je eigen letters ontwerpen. Dat kon daarvoor ook wel, maar dat was een heel klein en heel gespecialiseerd wereldje en was je afhankelijk van grote bedrijven als Linotype of Monotype. Nu kon je het ineens zelf doen. Ik hield wel van de do-it-yourself-gedachte van de punkbeweging, dat je alles zelf kon doen en dat alles mogelijk was, ik heb nu ook mijn eigen typefoundry – Novo Typo – waar ik mijn fonts verkoop waarmee we boeken en brochures over typografie publiceren.
Ik beschouw mijzelf, in de strikte zin van het woord, geen letterontwerper. Op mijn visitekaartje staat (typo)grafisch ontwerper, dat klopt meer. En mijn specialiteit is het werken met kleur.’

Hoe ga je te werk?
‘De meeste letterontwerpen ontstaan uit een opdrachtsituatie. Soms komen daar dan weer eigen projecten uit voort. Ik doe eigenlijk altijd wel een klein onderzoekje en maak dan behoorlijk veel schetsen op papier en op de computer. Meestal ben ik binnen een paar weken klaar. Ik hou van afwisseling. Ik werk dus de ene keer aan een huisstijl of een boek en dan weer aan een letterontwerp, en het liefst tegelijkertijd.
De projecten die ik zelf initieer, ontstaan omdat ik letters zoek die er nog niet zijn. Ik ben me op een gegeven moment gaan afvragen waarom letterontwerpers altijd in zwartwit denken. Er zijn immers overal kleuren, er kan ik kleur gedrukt en geprint worden en toch blijven ontwerpers in contrasten en zwartwit denken en werken. Ik ben toen een onderzoekje gestart naar het gebruik van kleur in typografie, ben daarvoor ook in het verleden gedoken. Kijk naar middeleeuwse handschriften, daarin wordt zoveel met kleur gewerkt. De komst van het modernisme lijkt daar drastisch een einde aan te hebben gemaakt.
Om het echt goed te kunnen begrijpen, moest ik een stap terug, namelijk naar de houten letters. Een A zal er altijd als een A uitzien, dat zal ook over een paar honderd jaar nog zo zijn. Maar je kunt die A construeren en ook deconstrueren. Dat is wat ik heb gedaan. Ik heb letters in elkaar gezet, ze weer uit elkaar gehaald en ze vervolgens met kleur weer in elkaar gezet. Kleur gaat het nieuwe italic worden, het nieuwe bold. Kleur maakt het speelveld zoveel groter. Ik lever met mijn letters in feite steentjes, waar anderen mee aan de slag moeten. Ontwerpers moeten met mijn blokjes gaan bouwen; ik lever de bouwstenen en de ontwerper is de architect.
Ik noem mezelf nu gekscherend de ambassadeur van de gekleurde typografie. Het zou zo interessant zijn als ontwerpers en typografen meer in kleur zouden denken. Ik wil ze door mijn werk en de presentaties die ik daarover geef uitnodigen om ermee aan de slag te gaan.
Ik vind dat een goede letterontwerper ook een goede grafisch ontwerper moet zijn, zodat hij zijn letter ook kan toepassen. Vaak zie je dan pas of je letter echt goed is. En het is het mooiste moment van het ontwerpproces.’

Wat typeert jouw werk?
‘Ik ontwerp omdat het kan. Ik stel mezelf altijd de vraag “Waarom zou ik dit niet kunnen?” en ik hoop dat dat mijn werk typeert. Ik liet mijn werk eens zien aan de beroemde Britse letterontwerper Matthew Carter en die vroeg me toen, “Mark, waarom doe je dit?” En toen kon ik alleen maar bedenken, “Omdat het mogelijk is.” Je kunt je toch ook afvragen waarom je iets niet zal doen? Die vraag is in mijn ogen net zo legitiem. Ik wil graag alles zelf doen en doe het dan ook zelf. Ik ga geen letters van een ander gebruiken, ik ontwerp ze zelf. Ik kan een ontwerp volledig naar mijn hand zetten als ik mijn eigen letters gebruik. Letterontwerpen is een vakgebied binnen grafisch ontwerpen waar veel conventies en restricties heersen. Het is interessant om continu te onderzoeken of deze conventies en restricties nog relevant zijn in de huidige tijd.
Leesbaarheid en bruikbaarheid zijn naar mijn mening begrippen waaraan veel te zwaar getild wordt. Het werkt remmend. Het zit zo in het systeem van mensen dat zwartwit het beste te lezen is. Naar mijn idee is dat is echt onzin. Het is een kwestie van gewenning. Alle letters zijn leesbaar, anders zouden het geen letters zijn. Het zou veel interessanter zijn als ontwerpers aan de slag gingen met “onleesbaarheid”. Ik vind dat je met letters veel intelligenter kunt communiceren dan met beelden. Als ik het woord BOOM ontwerp en jij ziet dat, dan gebeurt er wat in je hoofd. Dan gaat er in je hoofd een beeld van een boom ontstaan. Als ik je een plaatje van een boom geef, hoeft je hoofd niets meer te doen. Letters prikkelen de fantasie.’

Wat voor opdrachten doe je graag?
‘Afwisseling. Ik vind het net zo leuk om aan een boek, een brochure, een tentoonstelling, een huisstijl of een website te werken als aan een letterontwerp. Het letterontwerp is ook vaak een onderdeel van een opdracht. Mijn concentratieboog is niet zo groot en dus vind ik het lekker om steeds met iets anders bezig te zijn en dan ook tegelijkertijd. Ik doe uiteraard ook commerciële klussen en die vind ik net zo leuk en uitdagend. Ik heb bijvoorbeeld eens een lettertype voor een Zuid Koreaans warenhuis ontworpen en dat vond ik echt fantastisch. Het maakt me dus niet werkelijk uit, als het maar typografisch is, in wat voor vorm dan ook. Ik vind het belangrijk om een goede balans te vinden tussen werk in opdracht en werk wat ik zelf initieer. Beide soorten zijn belangrijk. Uiteindelijk is het interessant om een typografisch probleem op te lossen, technisch of inhoudelijk, op eigen initiatief of voor een opdrachtgever, met een groot budget of no-budget, ik beschouw alles als een uitdaging. ‘

Wat zou je heel graag nog eens willen maken?

‘Ik heb lange tijd gezegd dat als ik nog eens een postzegel mag maken, ik klaar zou zijn en zou stoppen. Nu ben ik wat genuanceerder, eigenlijk heb ik het idee dat ik nog maar net begonnen ben, er zijn op dit moment ook ontwikkelingen op technisch gebied gaande die mijn werk veel toegankelijker maken. Letterontwerpers leven in de Gouden Eeuw. Er is nog zoveel interessants te doen en te onderzoeken, en ik hou van mijn werk. Ik ben nu bezig met een boek over mijn werk, het gaat eind dit jaar verschijnen bij Uitgeverij de Buitenkant, daarna zie ik wel weer verder. Opdrachtgevers mogen mij uiteraard altijd bellen.’

Categorie: Interviews

typewood-01 deconstructed-typography-1 13502949_1027829177272311_7149698911839498430_o ziza01 bixacolorpres