Interview 0008 Mirjam Dijkema

www.mirjamdijkema.nl

Waarom heb je voor dit vak gekozen?
‘Het was geen keuze, het moest gewoon. Ik studeerde eerst economie, maar dat vond ik helemaal niks, ik kon het ook niet. Ik had helemaal geen aansluiting bij de stof. Ik ging op een gegeven moment niet meer naar de lessen. Ik ging naar een café om te poolen, heel veel te poolen. Ik deed het soms wel twaalf uur per dag en werd er echt heel goed in. Eigenlijk wilde ik altijd al wel iets met kunst gaan doen. Op de middelbare school was ik veel bezig met kleding en mode. Ik maakte mijn eigen kleding. Ik had ook altijd een fotocamera bij me en fotografeerde alles wat ik zag. Ik vond mezelf alleen niet goed genoeg voor de academie. Dacht dat ik het niet zou kunnen. Na economie besloot ik om de vooropleiding van Minerva te gaan doen. Als ik dat goed zou afsluiten, zou ik de opleiding gaan doen. Ik dacht nog steeds dat het niets zou worden, maar gaandeweg bleek dat ik het toch eigenlijk echt wel kon. Toch stond ik huilend bij mijn eindpresentatie; ik was helemaal in paniek want als ik het niet zou halen had ik geen alternatief. Dan zou mijn hele leven in duigen vallen. Dit moest het gewoon worden. Gelukkig sloot ik het jaar goed af en mocht meteen door naar het eerste jaar.
Al tijdens de vooropleiding voelde ik dat dit was wat ik moest doen. Ik dacht dat ik fotografie zou gaan doen, maar docenten zeiden tegen me dat ik voor communicatie vormgeving moest kiezen. Ik voelde eigenlijk niet zoveel verwantschap met mijn studiegenoten. Ik was anders. Ik had het gevoel dat ik veel gemotiveerder was, obsessief bijna. Ik las veel over kunst; Dali, Magritte en Picasso waren mijn favoriete kunstenaars toen. Dali’s museum in Figueras maakte een diepe indruk op me toen ik zeventien was. De verwondering die ik voelde toen ik die surrealistische werken zag die zo raadselachtig leken, is een enorme drijfveer voor me geweest. Nu heb ik dat bijvoorbeeld nog steeds met het werk van Luigi Serafini. En ik keek naar alles, of het nou mooi of lelijk was – ik nam alles in me op en zocht naar de details. Ik was ook altijd bezig om dingen te maken.
Kunst en muziek zijn altijd al belangrijk voor me geweest. Ik ging uiteindelijk in Vera, Groningen werken omdat ik graag iets terug wilde doen voor de muziek. Ik ging samen met een team van andere kunstenaars posters maken voor bands die in Vera worden gezeefdrukt. Met een beurs kon ik naar Seattle om Vera Groningen naar Vera Seattle te brengen. Daar kwam ik op een beurs voor concertposters en zag daar honderden mensen zoals ik. Er liepen mensen met kokers rond om posters te kunnen kopen. Daar zag ik voor het eerst dat het maken van concertposters een echte baan was.’

Hoe ga je te werk?
‘Bij mij begint het altijd met tijd. Elke vrijdag maak ik tijd vrij om me voor te bereiden op een project. Dat begint vooral met rust. Ik ga lezen, plaatjes kijken, denken. Die rust is essentieel voor mij – zonder zou ik niet goed kunnen werken. Die rust duurt meestal een dag, soms twee, en dan ben ik eigenlijk altijd in mijn eigen huis. Er beginnen dan dingen omhoog te borrelen. Het is als stilte voor de storm en wachten op wat er komen gaat. Na die rust barst de storm los en ga ik dingen doen. Ik ga bijvoorbeeld plaatjes uitknippen en ordenen. Tijdens dat maakproces gebeurt er nog van alles, dan zie ik dingen en neem besluiten die later niet goed blijken te zijn. Het gaat de eerste keer bijna altijd fout, maar op een gegeven moment kan ik dan stoppen en het laten. Als ik de tweede keer aan de slag ga, gaat het eigenlijk altijd goed en ontstaat het product dat ik wil maken.
Ik heb een obsessieve manier van werken. Ik ben ook heel ongeduldig. Daardoor maak ik soms dingen kapot, omdat ik te vroeg iets heb besloten en vastgeplakt. Dan moet het anders en kan ik opnieuw beginnen.’

Wat typeert jouw werk?
‘Ik denk dat de onderwerpkeuze wel heel erg van mij is, maar ook de manier van werken. Of ik nu cut-outs maak of collages, op zich twee verschillende technieken, maar wel allebei met schaar en mes. Ik breng graag gelaagdheid en structuur in mijn werk aan. En ik prop het vol; er zijn geen lege plekken te zien. Ik ben pas tevreden als alles vol is.
De storm die er tijdens het werkproces is, zie je ook terug in mijn werk. Ik heb wel eens gehoord dat iemand een gespleten persoonlijkheid zag toen hij veel van mijn werk bij elkaar had gezien. Het lijkt wel een soort outsider art, het is werk dat gemaakt moet worden. Er zit altijd urgentie achter en ik moet het gewoon doen.
Ik kijk anders naar dingen en zie de wereld anders dan andere mensen. Dat komt ook door mijn ziekte [Mirjam heeft aandoening waarbij haar evenwicht soms gedurende langere tijd ernstig verstoord raakt – red.]. Prikkels komen bij mij allemaal even hard binnen. Het is alsof die prikkels voortdurend de strijd met elkaar aan moeten gaan om de aandacht. Dat is wat je terugziet in mijn werk.’

Wat voor opdrachten doe je graag?
‘Ik werk zowel autonoom als in opdracht. Maar ook als ik in opdracht werk, werk ik autonoom. Dat zie je ook in de opdrachten die ik aanneem; ik wil niet werken voor iemand die me vertelt wat ik moet doen. Ik kan alleen in opdracht werken als ik vrijheid krijg. Een opdrachtgever moet om die reden ook bij mij komen, omdat hij mijn stijl en mijn werk wil. Het is plezierig als je gevraagd wordt om wat je maakt, dan kun je ook keuzes maken en opdrachten afwijzen die niet bij je passen. Ik ben te eigenwijs om te doen wat iemand anders wil. Dat zal ook met mijn achtergrond te maken hebben. Ik ben opgegroeid in een religieuze gemeenschap die helemaal in het keurslijf van de Kerk leefde. Ik had daar niets mee en begreep het ook niet. Muziek was in die tijd al heel belangrijk voor me. Ik heb me uiteindelijk los gemaakt van de Kerk en die gemeenschap. Dat is gepaard gegaan met een allergie voor regels, voor moeten doen wat anderen van je willen. Het is, samen met muziek, nog steeds een thema in mijn leven en in mijn werk: leven zonder regels en je eigen leven bepalen.
Wat ik het allerliefst doe is zeefdrukken. Ik houd van het werken met de hand, even weg van de computer, het aanbrengen van verschillende lagen en die verschillende inkten. Daar gebeuren dingen, ook als je bezig bent kunnen er nieuwe dingen ontstaan. Ik vind het heerlijk om te zien als iets af is; zo’n stapel concertposters zien geeft een heel fijn gevoel. Dat gevoel ken ik ook tijdens het drukproces: de laatste drukgang is fantastisch en dan vooral de eerste poster die je dan drukt want dan is je poster af. Elke keer als je de rakel over de zeef trekt, weet je dat er weer een poster af is.’

Wat zou je heel graag nog eens willen maken?
‘Poeh, dat verandert vaak. Soms omdat je iets van je bucketlist kunt afstrepen, maar vaker omdat je interesses veranderen en je nieuwe dingen wilt doen. Maar natuurlijk heb ik wensen. Er zijn nog heel veel bands waarvoor ik wel zou willen werken. Maar daar kun je zelf vaak nog wel wat aan doen. Ik benader bands vaak zelf en zeker als het dan gaat om een eenmalig project, zoals een concertposter, dan lukt dat vaak ook wel.
Ik zou heel graag eens met wetenschappers willen samenwerken en ik zou wel eens grote projecten willen doen. Ik ga voor vijf maanden naar Mexico en ga daar voor het eerst op grote schaal samenwerken. Ik ga tentoonstellingen maken en intensief met iemand samenwerken. Dat vind ik ontzettend spannend. Kan ik dat wel? Moet ik dan niet teveel concessies doen?
Iets anders dat ik altijd graag heb willen doen is een boek maken. Maar dat gaat dit jaar gebeuren. Ik heb in de aanloop naar mijn reis naar Mexico zeer intensief contact met een Mexicaanse kunstenaar. We communiceren dagelijks met elkaar over kunst en onze culturele achtergronden. Deze communicatie is opgenomen en heeft heel veel uren aan audio opgeleverd. Daar wil ik iets mee gaan doen in boekvorm, zowel tekstueel als illustratief. Bovendien gaan we in Mexico ook samenwerken.
Misschien is mijn allergrootste wens wel om in de Verenigde Staten te gaan wonen en daar een eigen werkplaats en galerie hebben, waar ik kan zeefdrukken en werk kan exposeren en verkopen, van mezelf en van anderen. Dat lijkt me echt te gek. Maar eigenlijk leef ik met de dag en doe ik wat ik wil. Ik kijk wat op mijn pad komt of kies het pad waarop ik op dat moment wil lopen.’

Categorie: Interviews